35
30 JANUARI 1922.
Wat de door den heer Oostvogels genoemde loonen
betreft, is deze er ook met de Suikerfabriek vèr naast. De
bepaling betreffende de 78 dagen wachttijd zou spr. gewijzigd
willen zien in dien geest, dat de menschen niet eerst in het
eigen beroep werkzaam behoeven te zijn geweest om weer
recht op uitkeering te verkrijgen. Dit is ook de gangbare
meening bij de vakcentralen, die tot dusver steeds hebben
uitgekeerd, wanneer de menschen ook in tal van andere
bedrijven dan het hunne gewerkt hadden. Ten aanzien van
de kwestie om de uitkeeringen weer te brengen op het peil
van 1921gelooft spr, dat de Raadsleden competent genoeg
zijn om daarover te oordeelen. Ten slotte zegt spr., dat er
z. i. nog niet genoeg aan den gemeentelijken pruimeboom
is geschud.
De heer CERUTTI wenscht gaarne prae-advies over de
motie-M e ij v i s, daar het hier om een heerschend beginsel
gaat.
De VOORZITTER zegt, dat, wat de cijfers betreft, de
kwestie van de uitkeeringen thans niet kan worden nagegaan.
Met het beginsel, dat belanghebbenden moeten worden aan
gespoord om ook in andere bedrijven werk te zoeken, kan
spr. zich vereenigen. Spr. geeft in overweging, de motie van
den heer M e ij v,i s te stellen in handen van Burgemeester
en Wethouders om prae-advies.
Daartoe wordt besloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om ge
durende het jaar 1922 mede te werken aan wachtgeldrege
lingen, door werkgevers ten behoeve van werkloozen inge
voerd, luidende als volgt