362 23 AUGUSTUS 1922. houten schuurtje op het perceel aan den Marksingel no. 44. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de gezond heidscommissie en den adjunct-directeur van openbare werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders, om, in overeenstemming met die adviezen op het verzoek afwijzend te beschikken, op grond, dat door den voorgenomen bouw in strijd zal worden gehandeld met art. 91 der bouwverordening, wijl de afstand tusschen het schuurtje en den scheidingsmuur van het aangrenzend pand minder dan 50 c.M. bedraagt. De heer KORTEWEG wijst er op, dat op de teekening geen situatieplan voorkomt, zooals de verordening voorschrijft; spreker zou daarop in het vervolg willen doen letten. De VOORZITTER zegt, dat men dit blijkbaar bij het bouw- en woningtoezicht ditmaal niet noodig heeft geacht. Met de opmerking zal echter in het vervolg rekening worden gehouden. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen komstig het voorstel. 13. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij in verband met het raadsbesluit van 31 Juli jl. ter vaststelling aanbiedende de voorwaarden, waaronder aan G. M e r k s ontheffing zal worden verleend ten behoeve van het bouwen eener kolenbergplaats met bovenwoning op het perceel aan de Boschstraat, kadastraal bekend sectie B, nos. 4200 en 4201. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen veranderingen worden gebracht in de grenzen van het perceel b. dat de aan de oostzijde van het perceel belendende arbeiderswoningen door adressant moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 362