366 23 AUGUSTUS 1922. De heer COHEN meent, dat een maximum-huurprijs van f 3,met het oog op de ligging der woningen meer dan voldoende is. De VOORZITTER zegt, dat het niet billijk zou zijn tegen over andere ingezetenen, aan hen, die daartoe in staat zijn, een huurprijs in rekening te brengen beneden den kostprijs. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 17. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij, wegens de periodieke aftreding van drie leden van het college van zetters voor 's Rijks directe belastingen in deze gemeente op 1 januari a. s., in overweging gevende eene voordracht in dubbeltal op te maken, welke aan den heer Commissaris der Koningin moet worden ingezonden, ten einde daaruit eene benoeming te doen. Bij de hierop gevolgde stemming blijkt dat zijn uitgebracht a. ter voorziening in de vacature van den heer mr. W. Ingen-Housz: als rte candidaat op den heer mr. W. Ingen-Housz 17 stemmen, als 2de candidaat op den heer mr. j. M. M. Maeijer 14 stemmen, b. ter voorziening in de vacature van den heer F. P. B i 1 s e n als isle candidaat op den heer F. P. Bil sen 16 stemmen, als 2de candidaat op den heer P. A. O o m e s jr. 14 stemmen, c. ter voorziening in de vacature van den heer J. L ij d s m a n als i5te candidaat op den heer J. Lijdsman 15 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 366