23 AUGUSTUS 1922.
373
De heer CERUTTI vindt de voorgestelde bezoldiging
ook wel wat laag.
De heer COHEN wijst erop, dat in vele kleine gemeenten
de keurmeesters worden aangesteld op een minimum
bezoldiging van f 2000.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
geen bezwaar hebben het amendement over te nemen.
Het artikel wordt hierop goedgekeurd.
Bij artikel 2 stelt de heer OOSTVOGELS voor, den
kindertoeslag eerst te doen aanvangen bij het 4e kind.
De VOORZITTER zegt, dat de kindertoeslag is geregeld
op dezelfde wijze, zooals die thans voor alle gemeente
ambtenaren geldt. Het is daarom niet gewenscht, ten
opzichte van deze ambtenaren daarvan af te wijken. Het is
niet onmogelijk, dat de kindertoeslag in zijn geheel eerlang
ter sprake zal worden gebracht, in welk geval de heer
Oostvogels zijn denkbeeld nader zal kunnen ontwikkelen.
Het artikel wordt hierop goedgekeurd, waarna
de geheele verordening zonder hoofdelijke stemming
wordt aangenomen.
f. de verordening tot heffing van keurloonen door den
vleeschkeuringsdienst.
De heer HAALMAN stelt voor, om art. 2 VII sub b
te lezen als volgtvoor een stuk klein vee (kalf, varken,
schaap, lam, bok of geit) en voor gedeelten van dieren per
10 K.G. of minder f 0.30.
Spreker, dit amendement toelichtende, wijst erop, dat het
zeer dikwijls zal voorkomen, dat van de vleeschverkoop-
ruimte zal worden gebruik gemaakt voor klein vee, waarvan
het gewicht aan vleesch somtijds niet meer dan 10 a 15 K.G.