30 JANUARI 1922. 37 Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dit voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, lot steun- verleening aan „uitgetrokken" en „dubbel-uitgetrokken" werk- loozen, luidende als volgt „Tengevolge van de min of meer belangrijke werkloosheid in tal van bedrijven en wijl het zich laat aanzien, dat opleving in sommige dier bedrijven vooralsnog niet te verwachten is, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken gemeend, de steunverleening aan werkloozen, welke vanwege zijn depar tement wordt gesubsidieerd, vooralsnog niet te beëindigen en deze nog eenigen tijd voort te" zetten. In verband hiermede zijn de door den Minister vastgestelde en thans nog van kracht zijnde bepalingen in eene algemeene steunregeling overzichtelijk samengevat, welke regeling wij U hierbij ter kennisneming aanbieden. In het algemeen zouden voor ondersteuning in aanmerking kunnen komen alle werkloozen (gehuwden, ongehuwden, kost winners en kostgangers), die niet of niet meer aanspraak kunnen maken op eene uitkeering uit de werkloozenkas. Hiertoe behooren a. uitgetrokkenen, b. dubbel-uitgetrokkenen, c. reglementair nog niet rechthebbenden op uitkeering uit de werkloozenkas, en d. ongeorganiseerden. Het ligt echter in onze bedoeling de steunverleening voor- loopig te beperken tot de uitgetrokkenen en de dubbel-uit getrokkenen. Wij moeten hierbij doen opmerken, dat in de kosten van van ondersteuning door het Rijk voor de helft wordt bijge dragen, doch alleen voor zoover de ondersteunden behooren tot groep a. (uitgetrokkenen) en dan nog slechts indien zij op het tijdstip, waarop zij werkloos werden, werkzaam waren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 37