388 23 AUGUSTUS 1922. Van deze 13 vallen er binnen 3 weken reeds 7 af, die dan het vastgestelde aantal weken van de steunregeling getrokken hebben, zoodat er dan nog 6 overblijven, die ook na eenigen tijd niet meer voor steun in aanmerking kunnen komen. In 't geheel zullen er dus een 10 tal overblijven, bestaande uit ouden van dagen en afgekeurden. Spreker komt op tegen de uitdrukking van den heer M e ij v i s, dat er in de werkverschaffing hongerloonen worden uitbetaald. Van officieele zijde is spreker bevestigd, dat het een zeer goede regeling is, zooals in 't heele land niet bestaat. Dat er werklieden zijn, die met geen behoorlijk loon naar huis gaan, is hieraan toe te schrijven, dat men de werkverschaffing voortdurend stelselmatig heeft tegen gewerkt. Als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten. En dit is oorzaak geweest, dat de regeling werd ver anderd en nieuwe loonen werden vastgesteld. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is, om na de stopzetting der steunregeling, de uitkeering nog 6 weken te laten voortduren. Dit voorstel is met algemeene stemmen tot stand gekomen. Het niet-uitkeeren van loon op feestdagen en regendagen is getroffen op grond van praktische ervaringen. Het is namelijk voorgekomen, dat het 's morgens regende en de werklieden niet verkozen om naar de heide te gaan, ofschoon het verder den ganschen dag goed weer was. De bosch wachter vond hierin aanleiding, om de regendagen niet meer uit te betalen. Ten aanzien van de opmerkingen van de heeren Kluft en Bogmans, dat ook de lichamelijk zwakken dienen geholpen te worden, wijst spreker erop, dat deze aan de werkverschaffing kunnen deelnemen en daar kunnen ver dienen, wat de steunregeling geeft. Niemand wordt dus van inkomsten verstoken. Het eenige verschil bestaat hierin, dat er thans voor gewerkt moet worden, terwijl men het vroeger voor niets kreeg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 388