38
3<o JANUARI 1922.
in een der door den Minister met name genoemde bedrijven.
Voor zoover deze gemeente betreft, zijn alleen de tabaks
bewerkers onder die bedrijven gerangschikt, ofschoon hier
nog tal van andere werkloozen zijn, die vroeger in andere
bedrijven werkzaam waren, en eveneens voor steunverleening
in aanmerking zouden behooren te komen, zooals meubel
makers, cacaobewerkers en enkele anderen.
Van deze werkloozen en evenzoo van de dubbel-uitge-
trokkenen komen de kosten van ondersteuning geheel ten
laste der gemeente.
Het ligt echter in onze bedoeling, om in deze kosten
eene extra-subsidie aan den Minister aan te vragen.
Het is de wensch van den Minister, dat bij een noemens
waardig aantal ondersteunden eene commissie van onder
steuning worde ingesteld. In gemeenten, waar slechts een
beperkt aantal werkloozen voor ondersteuning in aanmerking
komt, kan de ondersteuning geschieden door den Directeur
der Arbeidsbeurs of door Burgemeester en Wethouders.
De hierbedoelde commissie wordt in het algemeen samen
gesteld uit
3 leden aangewezen door den Minister van Binnenlandsche
Zaken,
3 leden door Burgemeester en Wethouders, en 1 lid door
elk der betrokken werknemers-organisaties.
De vertegenwoordigers der werknemers-organisaties hebben
echter slechts zitting in de commissie bij de behandeling
van de steunverleening aan de leden hunner vereeniging.
Tot dusver was de uitvoering der steunregeling, die zich
in hoofdzaak bepaalde tot enkele uitgetrokken tabaksbewer
kers, opgedragen aan den Directeur der Arbeidsbeurs,
doch de toenemende werkloosheid, ook in andere bedrijven,
wijst erop, dat het aantal personen, die voor steun in aan
merking zouden kunnen komen, aanmerkelijk grooter kan
zijn, dan voorheen het geval was.
Op dit oogenblik zijn bij de Arbeidsbeurs alhier inge
schreven 519 Bredasche werkloozen, waarvan 54 ongeorgani-