39° 23 AUGUSTUS 1922. M e ij v i s weer om verlenging komen. Spreker vindt de regeling uitstekend, omdat ledigheid het oorkussen van den duivel is. Voor de lichamelijk zwakken kan de heide nog een sanatorium zijn. De heer BOGMANS sluit zich aan bij de opvatting van den heer Haaiman, dat het loon op regendagen moet be houden blijven, als de werklieden op het werk zijn. Daartegen zal ook de Wethouder Moll wel geen bezwaar hebben. De heer VAN ZWEDEN voorziet ook eenige moeilijkheden om de werkloozen terstond bij de werkverschaffing te werk te stellen. Om die moeilijkheden te voorkomen, acht hij het gewenscht, dat de steunregeling tot 31 December blijft voortbestaan. De heer MOLL zou het onverantwoordelijk vinden, als besloten werd, de steunregeling voort te zetten. Als men zou ingaan op het denkbeeld van den heer Haaiman, om de steunregeling automatisch te doen afloopen, dan zou men over 24 weken nog met de steunregeling ziiten. Wat de heer M e ij v i s wil, n.l. de steunregeling met 31 December sluiten, zou eene onbillijkheid zijn. Thans is eene zachte regeling getroffen en iedereen kan aan de werk verschaffing deelnemen. Bij het amendement van den heer Haaiman, om ook de regendagen uit te betalen, zou spreker zich kunnen neer leggen, indien daarbij bepaald wordt, dat alleen de bosch wachter zal uitmaken, of er al dan niet gewerkt wordt. De heer MEIJVIS zou eene uitzondering wenschen voor de sigarenmakers. Volgens de circulaire van den Minister komen allereerst voor de vervaardiging van senoritas in aanmerking de werkloozen, die uitkeering genieten van de werkloozenkas en daarna komen de uitgetrokkenen en dub- bel-uitgetrokkenen. Zoodoende is het mogelijk, dat deze laatste categorieën, welke steun genieten, niet te werk gesteld kunnen worden. Spreker wil ook liever werk dan steun.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 390