d. dat het gebouw, bestemd voor timmermans werkplaats met houtberging, niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht of gebruikt f. dat, ter voldoening aan art. 5 der woningwet, eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouw verordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worde aangeboden 23 AUGUSTUS 1922. 393 hooger worde opgetrokken dan 4,80 Meter boven het maaiveld en het dak aan die zijde onder een hoek van 450 worde afgeschuind e. dat in de werkplaats geene voor de buren hinderlijke of geraasmakende arbeid worde verricht g. dat, wanneer binnen vier maanden na de dag- teekening van dit besluit, van de verleende ont heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden, de verleende uitzondering vervalt, 29. Bezwaarschriften tegen den aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1920/21 en dienst 1919/20. Zonder bedenking wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. 30. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij in verband met de aanhouding der behandeling van de ontwerpverordening, regelende de pensionneering der wet houders en de daarop ingekomen amendementen, in over- weging gevende eene commissie van drie leden te benoemen, welke onder voorzitterschap van den Burgemeester van advies zal dienen omtrent het ondenverpelijk voorstel met de daarop ingekomen amendementen van de heeren Haaiman en Hornix en in die commissie niet op te nemen de voor stellers der amendementen, noch de wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 393