398 23 AUGUSTUS 1922. ziekte tegen te gaan, waartoe aan een onzer doctoren de noodige opdracht is verstrekt. Het beste bewijs, dat de maatregelen doeltreffend zijn geweest, is wel, dat de ziekte thans geheel tot staan is gekomen. De heer ME1JVIS dankt voor de verstrekte inlichtingen. 34. De VOORZITTER zegt, dat nog is ingekomen een verzoek van de commissie der stichting tot bevordering van R. K. hooger, voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs, om de beschikking te mogen hebben over eenige lokalen der openbare school aan de Middellaan. Tot toelichting van dit verzoek wijst spreker erop, dat, zooals bekend is, in het naburige Teteringen, niet in Breda zal worden opgericht een R. K. Lyceum. Het terrein is daarvoor reeds aangekocht, doch het gebouw moet nog gesticht worden. Ten einde reeds dit jaar met het onderwijs te kunnen aanvangen, wenscht het bestuur de beschikking te bekomen over 3 a 4 lokalen van de school aan de Mid dellaan. Weliswaar wordt het gebouw niet in Breda opgericht, doch het terrein is zoodanig gelegen, dat, naar verwacht mag worden, het in de toekomst wel tot het grondgebied van Breda zal komen te behooren. En een goede buur is dikwijls beter dan een verre vriend. Daarom zouden Burge meester en Wethouders het bestuur behulpzaam willen zijn en zouden zij van den raad de noodige machtiging willen erlangen, om een 3 a 4 tal schoollokalen, onder nader vast te stellen en zeer voorzichtige voorwaarden, aan het bestuur van het lyceum af te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten de gevraagde machtiging te verleenen. 35. De VOORZITTER herinnert eraan, dat in de vorige vergadering het denkbeeld is geopperd, om aan den heer K r i e n s een voorschot te verleenen op zijn pensioen of salaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 398