30 JANUARI 1922. 39 seerden deoverigenzijnlidvanverschillendewerkloozenkassen. Ofschoon de meesten thans nog steun ontvangen van de werkloozenkassen, laat het zich toch aanzien, dat zij weldra zullen gaan behooren tot de uitgetrokkenen ofdubbel-uitge- trokkenen, zoodat alsdan alle verdere steun van rechtswege voor hen ophoudt. Op grond van deze omstandigheden moet worden over wogen of de steunverleening niet behoort te worden opge dragen aan eene commissie, samen te stellen op de wijze als hiervoor door den Minister aangegeven. Voorloopig zouden wij de uitvoering der steunregeling willen zien opgedragen aan de commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering, waarbij dan de directeur der Arbeidsbeurs met de uitbetaling kan worden belast. Ofschoon de steunbedragen voor elk geval afzonderlijk door de commissie worden vastgesteld, zouden wij toch bepaald willen zien, dat deze in geen geval het maximum zullen overschrijden, zooals in de steunregeling is aangegeven, Aan de hand van die regeling bedraagt de steun voor uit getrokkenen in gemeenten, ingedeeld in de tweede klasse van hetrijksbezoldigingsbesluit, waartoe Breda behoort, ten hoogste a. voor gehuwden en ongehuwde kostwinners f 12.— per week, benevens f 1.35 per gezinslid boven de twee personen tot een maximum van 10 personen b. voor kostgangers f 9.per week. Voor de dubbel-uitgetrokkenen zijn de maximum-steunbe dragen op een lager bedrag vastgesteld en wel respectieve lijk op f 11.per week plus f 1.20 per gezinslid boven de twee personen voor gehuwden en ongehuwde kostwinners en f 8.per week voor kostgangers. Wat de financieele lasten aangaan, welke hierdoor aan de gemeente worden opgelegd, deze zijn zelfs niet bij benade ring aan te geven. Dit zal afhangen van het aantal werk- Icrozen, dat voor ondersteuning in aanmerking komt. Resumeerende meenen wij Uwen raad in overweging te moeten geven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 39