40 30 JANUARI 1922. I te besluiten tot steunverleening aan de daarvoor in aan merking komende „uitgetrokken" en „dubbel-uitgetrokken" werkloozen en het daarvoor noodige crediet toe te staan 2". de uitvoering daarvan voorloopig op te dragen aan de commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering en ons te machtigen zoo noodig de vereischte stappen te doen tot samenstelling van eene afzonderlijke commissie op de wijze als hiervoor is aangegeven en door den Minister wordt gewenscht 30. de steunregeling te doen ingaan op 30 Januari a.s., zoo dat de eerste uitbetaling zal plaats hebben op 4 Februari d.a.v., en haar te laten voortduren tot en met 29 April a.s. of zooveel korter als de ministerieele regeling eventueel buiten werking mocht worden gesteld en 4°. te bepalen, dat de hierbij gevoegde regeling als lei draad zal gelden". De VOORZITTER licht het voorstel nader toe en zegt, dat het, zeer tot zijn spijt, tot nog toe niet is gelukt een uitweg te vinden om tot productieve werkverschaffing te komen. Dan toch zal men pas kunnen herkennen degenen, die werken willen en zij, die wenschen te steunen op de Overheid. Spr. heeft nog onlangs een onderhoud gehad met den Houtvester, die zijn best zal doen, doch inmiddels neemt de nood toe. Burgemeester en Wethouders betreuren het zeer, dat zij niet kunnen opgeven het bedrag van de kosten, welke aan deze regeling verbonden zullen zijn. Een gevaarlijk precedent, waarop men zich niet zal mogen beroepen hier gaat dwang uit van de Regeering. Daarom hebben zij ge meend een tijdsbepaling te moeten stellen, welke tevens als prikkel kan gelden om weer zoo spoedig mogelijk aan 't werk te gaan. Voorts verlieze men niet uit het oog, dat deze gelden alweer moeten worden opgebracht door de belastingbetaler», waaronder menschen zijn met 2 a 3000 gulden inkomen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 40