412
28 SEPTEMBER 1922.
geldverspillingdat voortdurend de staf gebroken wordt
over de openbare lichamen, die maar geld verknoeien dat
het zoo gemakkelijk gaat een open oor te vinden voor het
schrikaanjagende„dat zal weer veel geld kosten en dus
meer belasting" wanneer ik dat alles bedenk, Mijnheer
de Voorzitter, dan maakt het adres der ingezetenen
op mij geenszins een bijzonderen indruk.
Wanneer ik er thans toe overga, allereerst het adres van
de Maatschappij van Nijverheid te beschouwen, dan springt
direct in het oog, dat de heeren blijkbaar alleen rekening
hebben gehouden met het feit, dat Breda uitsluitend wet
houders zal bezitten, welke die functie op zeer jongen leeftijd
2830 jaar reeds vervullen. Mijnheer de Voorzitter,
ware het mogelijk geweest zuigelingen tot raadslid te be
noemen, de heeren zouden hunne rekening gebaseerd hebben
op pasgeborenen
Wij vinden dan een berekening voor zoo'n wethouder als
hij 75 jaar oud wordt. Waarom niet honderd? Jan Mat-
t h ij s s e n in Rijsbergen wordt deze week en zelfs van
daag geloof ik 103.
Mijnheer de Voorzitter. Deze bezuinigingscommissie
vindt dan verder deze uitgave onnoodig en ongewenscht.
Maar ik vraag mij af, weten die heeren ook maar een
greintje af, van wat het wethouderschap tegenwoordig
vordert, en aan welke eischen een wethouder van een
gemeente als Breda moet voldoen.
Wanneer ik het vorige jaar bij de begrooting gezien heb,
dat deze heeren van de gemeentelijke zaken nagenoeg
„keine Ahnung" hadden, dan vrees ik, dat hunne kennis
ten opzichte van het wethouderschap op hetzelfde peil
staat.
De wethouder is geen ambtenaar heet het dan al moge
dit theoretisch waar zijn, practisch is naar mijne meening
de wethouder een der eerste en een der meest verant
woordelijke ambtenaren der gemeente.
Zij, voor wie het wethouderschap inderdaad persoonlijke