41B
28 SEPTEMBER 1922.
raakten. Ook kan spr. niet zeggen, dat zij zooveel blijken
geven van gemeenschapszin, anders had hun partij niet ge
durende O/g jaar een zetel opengelaten in den Raad, waar
zij toch in de allereerste plaats de gelegenheid hebben om
de belangen van de gemeente te behartigen. Hetzelfde kan
spr. zeggen van den heer Cramerus, op wien de V o o r-
z i 11 e r blijkbaar doelde toen hij zooeven een oud-wethouder
als onderteekenaar van het adres noemde. Deze heer, hoewel
tot raadslid benoemd, heeft zijn geloofsbrieven nog altijd
niet ingediend. Spr. is dan ook van meening, dat de belang
stelling van die heeren in gemeentezaken alleen dan boven
komt, wanneer zij vreezen het in hun portemonnaie te zullen
voelen. Dit is de waarheid, al wil zij niet gehoord worden.
Als zij werkelijk de gemeentebelangen wenschen te behar
tigen moeten zij het niet op deze wijze doen en zich niet
willen opwerpen tot een neven-raad.
De heer KORTEWEG vindt, dat de Raad ver buiten zijn
boekje gaat met deze adressen zoo uitvoerig te bespreken
ze kunnen eenvoudig voor kennisgeving worden aangenomen.
Spr. is van meening, dat particulieren zich moesten ont
houden van het zenden van adressen over dergelijke zaken.
Voor het overige zegt spr. hec salaris der Wethouders hoog
genoeg te vinden en pensionneering niet noodig te achten.
De heer OOST VOGELS meent, dat als het kiezerscorps
hier aanwezig kon zijn dit voorstel met een verpletterende
meerderheid verworpen zou worden. Spr. wenscht de volgende
verklaring af te leggen. Zoolang het wethouderschap hier
nog als een neven-betrekking kan waargenomen worden, zal
spr. tegen pensionneering stemmen. Hij is ervan verzekerd
in deze de geheeie belastingbetalende burgerij achter zich
te hebben.
De heer KLUFT wil er even op wijzen, dat de heer
Korteweg zich zelfs tegen de huidige salarieering van de
Wethouders heeft verklaard. Spr vindt, dat iemand, die zijn