420 28 SEPTEMBER 1922. hierop in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 3 stemmen. Voor mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Haai man, Martens, Van Zweden, Bogmans, Loo- mans, Cerutti, H o r n i x, Clement, Kluft, Van Groenendael, Me ij vis, Schrauwen en Cohen. Tegen de heeren Van Dijk, Korteweg en Oost vogels. De heeren Lijdsman, Feber en Moll waren bij deze stemming niet tegenwoordig. De VOORZITTER zegt, dat thans kan worden overgegaan tot de benoeming eener commissie van drie leden om advies. De heer HORNIX vraagt, waarom het College in over weging geeft, in die commissie niet te benoemen de voor stellers van amendementen. De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet houders zulks wenschelijk achten om een zoo objectief mo gelijke behandeling te verkrijgen. Bij de hierop gevolgde stemming blijkt, dat worden inge leverd 17 stembriefjes en dat worden uitgebracht op den heer Cerutti 14 stemmen, op den heer Kluft 10, op den heer M e ij v i s 7, op den heer Cohen 6, op de heeren Korteweg en Van Groenendael ieder 3 stemmen, op den heer Van Dijk 2 stemmen en op mevrouw N eve en de heeren Bogmans, Haaiman, Loomans en Oostvogels ieder 1 stem. Zoodat tot leden der commissie zijn benoemd de heeren Cerutti en Kluft. De heer MEIJVIS verklaart een eventueele benoeming tot commissielid niet te zullen aannemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 420