28 SEPTEMBER 1922. 439 gemeentelijke bijslag van f 200,dient te worden gehand haafd. „Toch moet hier eenige voorzichtigheid worden betracht. „Wanneer bijv. genoten wordt „terwijl het pensioen volgens de nieuwe wet f 1600,be- „draagt, dan zou de betrokkene door het vervallen van het „aanvullingspensioen en den bijslag schade ondervinden, „hetwelk billijkheidshalve dient te worden voorkomen. „Resumeerende dient derhalve de bijslag amet ingang van 1 Juli 1922 te worden ingetrokken „voor die ambtenaren wier pensioen met ingang van „dien datum van rijkswege wordt verhoogd, met be- „paling evenwel, dat die ambtenaren niet minder zul- „len genieten, dan zij op 1 Juli 1922 in totaal ont gingen, „1b. met ingang van 1 Juli 1922 te worden ingetrokken „voor de na dien datum te verleenen pensioenen „krachtens de Pensioenwet 1922. „Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen het navol- „gend besluit te nemen „„De bijslagregeling op de pensioenen, vastgesteld bij „„raadsbesluit van 21 December 1920 is met ingang van ,,,,i Juli 1922 niet van toepassing op de pensioenen der „„gemeente-ambtenaren en die hunner weduwen en weezen, „„die op grond van artikel 145 der Pensioenwet 1922, met „„ingang van 1 Juli 1922 worden verhoogd, of die met „„ingang van, of na dien datum worden verleend, met be- paling evenwel ten aanzien van eerstgenoemde pensioenen „„dat door die ambtenaren en hunne weduwen en weezen „„nooit minder zal worden genoten, dan zij onder de toe- „„passing der vroegere bepalingen ontvingen"". ,,a. een pensioen van „b. aanvullingspensioen van „c. bijslag van (40 °/0) f 1000, 30°,— 520,— .Totaal f 1820,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 439