28 SEPTEMBER 1922. 449
Tegen de heeren van 13 ij k, Haaiman, Martens,
Bogmans, K o r t e w e g, Loomans, C e r u 11 i,
H o r n i x, Clement, Kluft, van Groene ndael,
Schrauwen, Moll, Lijdsman en Feber.
Voormevrouw Neve-Reintjes en de heeren
van Zweden, O o s t v o g e 1 s, M e ij v i s en Cohen.
Artikel 7 wordt alsnu ongewijzigd vastgesteld.
Artikel 8.
Wordt in stemming gebracht het daarop inge
komen amendement van den heer Oostvogels,
hetwelk wordt verworpen met 19 stemmen tegen 1
stem.
Tegen: mevrouw Neve-Reintjes en de heererv
van D ij k, Haaiman, Martens, van Zweden,
Bogmans, K o r t e w e g, Loomans, C e r u 11 i,
H o r n i x, Clement, Kluft, van Groenendael,
M e ij v i s, Schrauwen, Cohen, Moll, Lijdsman
en Feber.
Voor: de heer Oostvogels.
Artikel 8 wordt daarop ongewijzigd vastgesteld.
Artikel ij.
De heer HA ALM AN deelt mede, dat hij zijn op dit
artikel ingediend amendement intrekt, aangezien daaromtrent
een voor hem bevredigende oplossing is verkregen.
Art. 13 wordt vastgesteld overeenkomstig het
nader voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Artikel 16.
De heer HAALMAN licht zijn amendement nader toe.
