454 28 SEPTEMBER 1.922. eervol ontslag als onderwijzeres, wegens opheffing barer be trekking luidende als volgt ,,In verband met de splitsing van de toenmalige M.U.L.O. „school aan de Houtmarkt in drie scholen, n.l. in een „U.L.O. school aan de Keizerstraat en twee scholen voor „gewoon lager onderwijs aan de Houtmarkt en de Eindstraat, ,,en de daarmede gepaard gaande overplaatsing van onder wijzend personeel, bleek het noodig, dat de onderwijzeres „mej. H. M. S. de Lauwere, die tot dusver onderwijs „gaf in een der kopklassen van de M.U.LO. school, werd „overgeplaatst naar een der lagere klassen van de openbare „school aan de Eindstraat. „Deze overplaatsing was noodzakelijk, wijl zij anders als boventallige leerkracht zou moeten verbonden blijven aan „de op te richten U.L.O. school, hetgeen om financiëele „redenen niet gewenscht was. „Tengevolge van deze overplaatsing kwam echter de „betrokken onderwijzeres in eene minder gunstige financiëele „positie te verkeeren, wijl zij toen in salaris f 500. min „4°/o f 480.achteruit ging. „Dit laatste heeft nooit in onze bedoeling gelegen en ,,zal ook wel niet de bedoeling van den raad zijn geweest „toen hij zijn desbetreffend besluit tot overplaatsing nam. „Nadien is ons gebleken, dat ook de wetgever eene „dergelijke salarisvermindering heeft willen voorkomen en „daarin heeft voorzien door het 6de lid van art. 51 der „lager-onderwijswet, handelende over op wachtgeld gestelde „onderwijzers en welke zinsnede luidt als volgt „Bij de aanvaarding van eene betrekking, van rijks-, „provincie- of gemeentewege opgedragen, waarvan de „bezoldiging lager is dan de laatstelijk genoten jaarwedde „wordt het wachtgeld verminderd tot zoodanig bedrag, „dat dit met de neven-inkomsten te zamen niet minder „beloopt dan de laatstelijk genoten jaarwedde" „Ten einde derhalve aan de hiervoor genoemde onder wijzeres de wedde te verzekeren, welke zij op 31 December

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 454