28 SEPTEMBER 1922. 455 ,,1921 genoot, is het noodig, dat het besluit van 29 Decem ber 1921, voor zooveel de overplaatsing van deze onder wijzeres betreft, eene formeele wijziging onderga, slechts „hierop neerkomende, dat hare betrekking als boventallige „leerkracht, met ingang van 1 Januari 1922 wordt opgeheven „en dat zij opnieuw benoemd wordt, met ingang van dien selfden datum als onderwijzeres aan de openbare school aan de Eindstraat. „Dit zal tengevolge kunnen hebben, dat haar het verschil „tusschen hare vroegere en hare nieuwe jaarwedde in den „vorm van wachtgeld uit 's Rijks kas wordt uitbetaald, zoo- „dat ook de gemeente daarvan geen enkel financieel nadeel „ondervindt. „Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen ,,i°. in te trekken Uw besluit van 29 December 1921 voor „zooveel betreft de overplaatsing van de onderwijzeres „mej. H. M. S. de Lauwere van de openbare „M. U. L. O. school naar de openbare school voor „gewoon lager onderwijs aan de Eindstraat „2°. aan mej. H. M. S. de Lauwere voornoemd we- „gens opheffing harer betrekking als boventallige leer kracht met ingang van 1 Januari 1922 eervol ontslag „te verleenen als onderwijzeres aan de openbare „M. U. L O. school aan de Houtmarkten „3°. met ingang van 1 Januari 1922 te benoemen tot „onderwijzeres aan de openbare school voor gewoon „lager onderwijs aan de Eindstraat mej. H. M. S. „de Lauwere bovengenoemd. „De inspecteur van het lager onderwijs heeft zich met dit „voorstel vereenigd". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 36. Voorstel alsvoren, betreffende den onderwijzer W. A. te R i e 1 e, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 455