456
28 SEPTEMBER 1922.
„Bij Uw besluit van 29 December 1921 werd de toenma
lige M. U. L. O.-school aan de Houtmarkt gesplitst in drie
„scholen, n.l. in eene U. L. O.-school aan de Keizerstraat en
„twee scholen voor gewoon lager onderwijs aan de Houtmarkt
„en de Eindstraat.
„Bij de daarmede gepaard gaande overplaatsing van onder
wijzend personeel bleek het noodig, dat de onderwijzer W.
,,A. te R i e 1 e, die tot dusver onderwijs gaf in Aardrijks
kunde en Geschiedenis in een der kopklassen van de M. U.L. O.-
school, werd overgeplaatst naar een der lagere klassen van
„de openbare school aan de Eindstraat.
„Deze overplaatsing was, evenals die van mej. De Lau-
„w ere, noodzakelijk, wijl hij anders als boventallige leer
kracht zou moeten verbonden blijven aan de op te richten
„U. L. O.-school, hetgeen om financieele redenen niet ge-
„wenscht was.
„Tengevolge van deze overplaatsing zou de heer t e
„Riele echter in eene minder gunstige financieele positie zijn
„gekomen, ware het niet, dat hem tijdelijk door ons College
„het hoofdschap der school kon worden opgedragen.
„Nu die tijdelijke waarneming door de opheffing der school
„is geëindigd en de billijkheid medebrengt, dat aan den
„heer te Riele gewaarborgd wordt de jaarwedde, die hij
>,als onderwijzer in eene kopklasse genoot op het tijdstip
„zijner overplaatsing, zal, op dezelfde wijze als ten aanzien
„van mej. De Lauwere is voorgesteld, het betrokken
„raadsbesluit van 29 December 1921 eene formeele wijziging
„behooren te ondergaan, hierop neerkomende, dat de be
trekking van den heer te Riele] als boventallige leerkracht
„met ingang van 1 Januari 1922 worde opgeheven en dat hij
„opnieuw benoemd wordt, met ingang van dienzelfden datum,
„als onderwijzer aan de openbare school aan de Eindstraat.
„Dit zal tengevolge kunnen hebben, dat hem een wachtgeld
„worde toegekend gelijk staande met het bedrag der bezol
diging, die hij als onderwijzer in eene kopklasse genoot op
„het tijdstip zijner overplaatsing naar de school aan de Eind-
