46 30 JANUARI 1922. houders namens den Raad den Minister zullen verzoeken de gemeente financieel bij te staan. In het geven van terug werkende kracht aan de regeling tot 1 Januari j.l. kan niet worden getreden trouwens de datum 1 Januari zegt niets. Men kan ten aanzien van deze regeling niet beweren, dat zij hier in Breda met de trekschuit komt. Nog deze week heeft spr. vergaderd met burgemeesters van andere Noord- brabantsche gemeenten en toen is gebleken, dat in tal van gemeenten, o. a. den Bosch en Eindhovendeze steunregeling nog niet was getroffen. Nog meer financieele verantwoorde lijkheid mag de gemeente echter niet op zich nemen de Minister zou daaraan weieens een argument kunnen ontleenen om geen financieelen bijstand te verstrekken. In zake het sneeuwruimen heeft de heer M e ij v i s de weigering der werkloozen erkendspr. kan daaraan nog toevoegen, dat in andere steden zich veel te weinig werkloozen voor dien arbeid hebben aangeboden. Overigens zegt spr., dat men met werkloosheidssteun niet voorzichtig genoeg kan zijn, wil men geen arbeidsschuwheid aankweeken. De heer KORTEWEG vraagt, naar aanleiding van de be wering, dat de gemeente met de steenenkwestie groote ver liezen zou lijden, of er al eens is geprobeerd groot-afnemers daarvoor te krijgen De heer LIJDSMAN Zoudt U ze willen afnemen De steen is onbruikbaar. De heer KORTEWEG stelt voor, f 1500 beschikbaar te stellen voor een proefneming met steenen maken. De VOORZITTER Die proef is reeds genomen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Het voorstel van den heer M e ij v i s om aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 46