478 27 OCTOBER 1922. Ouders van op eene openbare school ingeschreven leerlingen. (Aftr. 1 Jan. 1926), vacature-V an H i 11 e). 1. dr. W. A. H. Gunst. 2. W. V e r h e ij e n. De heer COHEN kan zich niet vereenigen met deze voordracht. Er is thans niemand van spr.'s partij in de com missie vertegenwoordigd. Hoewel spr. schriftelijk heeft verzocht iemand van zijn partij op de aanbeveling te plaatsen en eertijds daartoe stemmen uit den Raad zijn opgegaan o.a. bij monde van den heer Cerutti is met dien wensch geen rekening gehouden, hetgeen spr, ten zeerste betreurt. Hij heeft Burgemeester en Wethouders als n°. 1 opgegeven den heer A. J. Nijs, dien hij den Raad ter be noeming aanbeveelt. De heer CERUTTI noemt het door den heer Cohen gesprokene juist en refereert aan hetgeen in de vergadering van 30 September 1921 omtrent deze aangelegenheid door den heer Haaiman is gezegd en door spr. is opgemerkt. Naar aanleiding daarvan heeft de Raad bij meerderheid van stemmen uitgemaakt, dat de heer Haaiman de S. D. A.P. in de commissie zou vertegenwoordigen. Thans doet zich het bijzondere geval voor, dat de heer Haaiman die partij den rug heeft toegekeerd. In verband met dit feit noodigt spr. den Voorzitter uit, den heer Haaiman te vragen, of deze niet het oogenblik gekomen acht om als commissielid af te treden. Doet de heer Haaiman zulks niet, dan geeft spr. in overweging, deze voordracht aan Burgemeester en Wethouders terug te zenden met verzoek haar aan te vullen met een lid der S. D, A. P. De VOORZITTER zal die vraag niet aan den heer Haal man overbrengenhet is geenszins de bedoeling, dat in de commissie de verschillende politieke fracties zitting hebben. De Raad is destijds op het gesprokene door de heeren Haaiman en Cerutti ingegaan en sommige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 478