27 OCTOBER 1922. 483 adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheidscommissie en den adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing te verleenen. De heer FEBER zegt, dat, hoewel hij in principe ongaarne afwijkt van de adviezen der Gezondheidscommissie en van het Bouw- en Woningtoezicht, hij zulks in dit geval gemoti veerd acht, daar de behoorlijke uitoefening van den eeredienst een uitbreiding van het kerkgebouw dringend noodzakelijk maakt. Zonder verdere opmerkingen wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; b. dat op de overblijvende ruimte niets meer worde gebouwd of opgericht; c dat het gebouw met aanhoorigheden niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht of gebruikt; d. dat ter voldoening van art. 5 der Woningwet eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worde aangeboden e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzonde ring vervalt. 14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op de ingekomen amendementen, in zake de ontwerp-bouwverorde- ning, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 483