492
27 OCTOBER 1922.
van de door den Raad vastgestelde rooilijn te mogen afwijken.
Spr. vindt, dat dit aan den Raad moet blijven.
Het amendement van den heer Haaiman wordt
daarop in stemming gebracht en aangenomen met
16 tegen 4 stemmen.
Voor: Mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Kor
te w e g, Kluft, VanDijk, Martens, Bogmans,
Oostvogels, Van Zweden, Cohen, Me ij vis,
Clement, Loomans, Haaiman, Hornix, Van
Groen endael en Schrauwen.
Tegen: de heeren Cerutti, Lijdsman, Moll en
F e b e r.
Artikel 15 wordt alsnu met inachtneming van deze wijzi
ging vastgesteld.
Artikel 23.
De heer KORTEWEG wenscht zijn amendement op dit
artikel te handhaven. Spr. verwacht, dat ieder het met hem
er over eens zal zijn, dat de woningen met rijkssubsidie
gebouwd zeer primitief zijn ingericht. Hij betreurt het dan
ook, dat wij, zoolang de Regeering steun verleent, geen
hoogere eischen kunnen stellen, daar wij anders gevaar
loopen, geen rijksvoorschot te verkrijgen, doch spr. zou voor
anderen woningbouw die eischen wel willen stellen.
De heer LIJDSMAN zegt, dat zulks niet aangaat. Men
kan niet aan particulieren woningbouw hoogere eischen gaan
stellen, dan aan woningen, welke met rijkssteun gebouwd
worden.
De heer KORTEWEG trekt zijn amendement in.
Het artikel wordt daarop ongewijzigd vastgesteld.