27 OCTOBER 1922. De VOORZITTER ontkent zulksin de volgende ver gadering zal een voorstel betreffende de oprichting van een abattoir worden gedaan. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om a. in te voeren aan de Avondschool voor Ambachts lieden, gedurende den cursus 1922/1923, het onder wijs in vak-theorie voor de leerling-typografen b. te benoemen tot leeraren aan de Avondschool voor Ambachtslieden voor den cursus 1922/1923 i°. voor het geven van vaktheorie aan de „zetters", den heer Ch. van Heertum te Breda; 2°. voor het geven van vaktheorie aan de „drukkers", den heer P. A. N e 1 i s s e n te Breda. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 36. De VOORZITTER verzoekt, namens Burgemeester en Wethouders, machtiging te willen verleenen tot terugbetaling van een gedeelte van de ingehouden boete, opgelegd wegens te late oplevering van de middenstandswoningen aan den Haagweg. Ingevolge arbitrale uitspraak is de gemeente daartoe verplicht. Zonder eenige bedenking wordt de gevraagde machtiging verleend. 37. Schriftelijke vragen van het raadslid A. C. Korteweg, luidende als volgt 1. Is de Raad ervan overtuigd, dat, in verband met de moeilijke tijdsomstandigheden, in de gemeentehuis houding op alle onderdeelen bezuinigd moet worden? Zoo ja 2. Acht de Raad het dan niet noodzakelijk, dat voor de ambtenaren en werklieden in dienst der gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 511