526
29 NOVEMBER 1922.
11. Adres van Ni c. van Ham alhier, daarbij ontheffing
verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze
gemeente, ten behoeve van de uitbreiding van zijn smederij
aan de Middellaan no. 133; bij dit adres zijn gevoegd de
adviezen van de Gezondheidscommissie en den adjunct
directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van
Burgemeester en Wethouders, om de gevraagde ontheffing
te verkenen.
De heer CLEMENT vindt het niet noodzakelijk, dat adres
sant onder twee schuine schilden bouwtspr. stelt voor
hem onder een plat dak te laten werken.
De heer LIJDSMAN antwoordt, dat al het mogelijke is
gedaan om den aanvrager ter wille te zijn. Burgemeester en
Wethouders zijn hem op deze wijze tegemoet gekomen en
adressant heeft zich daarmede vereeenigd.
De heer CLEMENT is door dit antwoord niet bevredigd.
Spr. betreurt het, dat adressant boven de smederij geen
bergplaats voor kachels heeft.
De heer LIJDSMAN wijst er op, dat het perceel al over
de geheele diepte bebouwd is een hooger optrekken van het
gebouw zou hinderlijk zijn voor de belendende perceelen.
Den heer OOSTVOGELS is het-ook opgevallen, dat het
zoldertje zoo laag van verdieping is. Spr. zou evenals de heer
Clement willen, dat de voorwaarden te dien aanzien
gewijzigd werden.
De VOORZITTER wijst op het feit, dat de aanvrager zich
met de te stellen voorwaarden vereenigd heeft. Er is dus
geen aanleiding die bepalingen te verruimen.
De heer KORTEWEG kan zich volkomen met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders vereenigen. De aanvrager
is zeer tevreden met de gestelde eischen.