29 NOVEMBER 1922. 527 Zonder verdere bedenkingen, wordt alsnu besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat de bestaande bergplaats, gelegen aan de achterzijde van het open terrein, worde afge broken c. dat de te bouwen aanbouw moet worden opge trokken, zooals nader in zwart op de teekening is gewijzigd d. dat op de geheele open ruimte benevens op den doorgang van de werkplaats naar de sme derij, welke niet hooger mag zijn dan 3.60 M., niets mag worden gebouwd of opgericht e. dat het gebouw niet van bestemming verandere en het geheele benedengedeelte nimmer als woning worde gebruikt of ingericht dat, ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, een teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worde aangeboden g. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzondering vervalt. 12. Adres van P. A. Maas alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze ge meente, ten behoeve van den bouw eener woning op een perceel aan de Oede van Hoornestraat, kadastraal bekend sectie A, n°. 6119; bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheidscommissie en den adjunct directeur van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 527