528 29 NOVEMBER 1922. Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de gevraagde ontheffing te verleenen. De heer OOSTVOGELS vreest, dat de te bouwen woning een sta-in-den-weg wordt voor mogelijke uitbreiding van de Machinefabriek Breda". De heer LIJDSM AN zegt, dat te dien opzichte geen be zwaren van belanghebbenden zijn ingekomen. Zonder verdere bedenkingen, wordt besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat, ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, een teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worde aangeboden c. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden, de verleende uitzonde ring vervalt. 13. Adres van W. Meeuwesen alhier, daarbij ont heffing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze gemeente, ten behoeve van de uitbreiding van zijn meubelmagazijn op het perceel aan de Ginnekenstraat no. 90. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids commissie en den adjunt-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders, om, in overeenstemming met die adviezen op het verzoek afwijzend te beschikken, op grond, dat de aangrenzende perceelen, wat den toevoer van licht en lucht betreft, door de voorge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 528