534
29 NOVEMBER 1922.
De heer HAALMAN zegt het daarmede niet eens te zijn
de centraal-rapporteur moet zelf het rapport samenstellen.
16. Schrijven van het College van Regenten van het
Oude-Mannenhuis alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende
de begrooting van inkomsten en uitgaven van dat gesticht
voor het dienstjaar 1923 vergezeld van de noodige toelichting.
De VOORZITTER stelt voor, deze begrooting tot Onder
zoek en rapport te stellen in handen eener commissie van
drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden
zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be
noemd de heeren Haaiman, Hornix enKluft.
17. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorziening in de vacature van derde-ambtenaar van den
Burgerlijken Stand in deze gemeente ter benoeming aanbe
velende den heer C. A. J. Bouwmeester, commies-chef
der afdeeling Burgerlijke Stand en Bevolking.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 17 stemmen alle op den heer
Bouwmeester.
Zoodat tot derde-ambtenaar van den Burgerlijken
Stand in deze gemeente is benoemd de heer C. A. J.
Bouwmeester.
18. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorziening in de vacature van lid der schattingscom
missie voor de Rijksinkomsten-belasting, ontstaan door het
overlijden van den heer J. M. M a r ij n e n, ter benoeming
aanbevelende de heeren F. P. B i 1 s e n en G. J. Schel-
1 e k e n s.
Wordt overgegaan tot stemming.