54° 29 NOVEMBER 1922. beheerscht door twee factoren een hygiënischen en een financieelen. Nu zal zeker wel niemand de noodzakelijkheid van een abattoir uit een hygiënisch oogpunt bestrijden en ook in financieel opzicht is spr., na de uiteenzettingen en berekeningen van den Directeur, zoodanig gerustgesteld, dat hij daarin geen bezwaar ziet. Iets anders is het echter, dat het abattoir op een terrein buiten de gemeente moet komen zulks acht spr. een groot bezwaar. Want zal de gemeente verordeningen kunnen maken, die effect sorteeren buiten de grenzen der gemeente Ook zal op het veemarktterrein politietoezicht ontbreken. Overigens is spr. voor de beschik baarstelling van een crediet ter bestrijding van de voorbe reidende kosten. Den VOORZITTER doet het genoegen, dat het voorstel over 't algemeen ingang vindt, zelfs in beginsel bij den ■beer H o r n i x, daar deze zich alleen onder de huidige om standigheden en uit vrees voor te hooge kosten tegen de oprichting van een abattoir heeft verklaard. De heer Meier kan nu verdere plannen en rentabiliteits-berekeningen gaan maken. Men moet bij de beoordeeling van deze kwestie met een zeker optimisme te werk gaan en men mag daarbij niet van de veronderstelling uitgaan, dat Breda zich door de oprichting van een abattoir een financieelen strop om den hals zou halen. Bij de besprekingen zijn eenige kwesties op geworpen, o.a. die betreffende het slachthuis te Leeuwarden daar zij echter in de onlangs gehouden bijeenkomst van den Raad aldaar opnieuw is behandeld en de zaak daarmede niet is afgedaan, zal spr. er thans niet meer op ingaan. Dan hebben we de kwestie van het terrein deze is inderdaad zeer moeilijk. Oprichting van het abattoir binnen de gemeente is niet mogelijkdit staat absoluut vast. In een andere ge meente is eigenlijk niet denkbaar, de heer Cerutti heeft daar reeds op gewezen. Burgemeester en Wethouders hebben evenwel te dien aanzien stille wenschen en stille gedachten. De waarschuwende stem van den heer Haaiman zal het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 540