29 NOVEMBER 1922. 547 haven. Zij zien geen reden daarvan af te wijken te meer daar deze richting indertijd door den Raad zelf is aangegeven. De heer CERUTTI heeft nog een formeel bezwaar tegen de toekenning van de gevraagde extra-subsidie ontdekt, n.l. dat het dienstjaar 1919 reeds is afgesloten. De VOORZITTER antwoordt, dat daar wel wat op te vinden zou zijn, b.v. door den post op een ander dienstjaar te brengen. De heer KORTEWEG acht geen motieven aanwezig om de gevraagde subsidie niet toe te staan. Spr. stelt derhalve voor haar wel te verleenen het is een eerlijke zaak. De VOORZITTER zegt, dat de heer Korteweg den indruk wekt alsof de handelwijze van Burgemeester en Wet houders in deze niet eerlijk is. Spr. komt daartegen op. De richting door Burgemeester en Wethouders gevolgd is een maal door den Raad zelf aangegeven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 8 stemmen. Tegen: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Korte weg, Hornix, Me ij vis, Oostvogels, Van Zweden, Cohen, Haaiman en Van Dijk. Voor de heeren Bogmans, Kluft, Feber, Lijds- man, Loomans, Schrauwen, Cerutti en Clement. In verband hiermede wordt alsnu besloten, de in het prae-advies genoemde subsidiën over 1919 alsnog toe te staan. 27. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van het Uitvoerend comité tot het houden van een bestendig festival, om toekenning van een crediet, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 547