548 29 NOVEMBER 1922. „Naar aanleiding van het hierbij om prae-advies in" onze handen gesteld adres van het uitvoerend comité voor het houden van een bestendig festival in deze gemeente, ver zoekende, behoudens latere verrekening en verantwoording, een crediet te willen toestaan van f 900,hebben wij de eer U voor te stellen aan gemeld comité eene subsidie, zonder meer, te willen toekennen ten bedrage van f 500, Wij meenen, dat hiermede de grens der gemeentelijke bijdrage bereikt is, gelet ook op de omstandigheid, dat de bijdragen van de meest belanghebbenden niet van dien aard zijn, dat verder kan worden gegaan. Het wil ons voorkomen, dat het uitvoerend comité alsnog moet trachten het ontbrekende aan het eventueel tekort op andere wijze te vinden." De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet houders dit adres ongaarne hebben zien komen, omdat inder tijd de instelling van een bestendig festival niet verdonkerd werd door een aanvraag om gelden van de gemeente. Nu echter de zaak is afgeloopen komt men met den staart. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend de gemeente lijke belangstelling eenigszins in klinkende munt te moeten omzetten en stellen derhalve voor, een subsidie van f 500, te verleen en. De heer HORNIX wijst er op, dat de eerste gedachte aan het instellen van een bestendig festival is opgekomen in de muziekcommissie. Deze heeft vervolgens een comité uit de burgerij samengesteld, dat tijd en moeite in het belang van goeden gang van zaken heeft gegeven. Toen later bleek, dat er een tekort was, is er nog een feest-avond in Concordia georganiseerd, die in plaats van winst nog verlies heeft opge leverd, zoodat het tekort is gestegen tot f 1136,Spr. vraagt, hoe Burgemeester en Wethouders zich voorstellen op welke wijze het Comité aan de ontbrekende f 636 moet komen. Ten slotte wil spr. nog even constateeren, dat de ge meente door het heffen van vermakelijkheidsbelasting op dien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 548