29 NOVEMBER 1922. 549 feestavond, eigenlijk slechts f 370,tegemoetkoming geeft. Spr. doet een beroep op den Raad om het Comité niet met de gebakken peren te laten zitten. De heer CERUTTI herinnert er aan, dat het gemeentelijk muziekkorps de gemeente indertijd f óooo per jaar kostte. Men heeft het toen opgedoekt en besloten in de plaats daarvan concerten te laten geven. Spr. vraagt, hoeveel die concerten de gemeente dit jaar gekost hebben. De VOORZITTER: f 1300,naar ik meen. De heer CERUTTI komt dan tot de conclusie, dat die concerten plus het bestendig festival de gemeente nog niet veel gekost hebben, terwijl we toch eiken Zondag volop muziek hebben gehad. De heer FEBER had verwacht, dat het Comité dit voorstel met groote voldoening zou hebben vernomen. Wanneer de Raad besluit het tekort in zijn geheel te dekken, schept het daarmede een gevaarlijk precedent, want waar moet het heen als ieder comité er maar op los feest en later bij de gemeente komt aankloppen om het tekort aan te vullen. Spr. acht zich verplicht daartegen ernstig te waarschuwen. De heer HORNIX wil er even op wijzen, dat het hier een bijzonder geval betrefthet Comité is door de gemeentelijke muziek-commissie aangezocht om zich met de leiding van het festival te belasten. Er rust dus een moreele plicht op de gemeente om in deze te helpen. De VOORZITTER noemt de voorstelling, welke de heer Hornix aan de zaak tracht te geven, onjuist; het Comité heeft niets semi-officieels. Burgemeester en Wethouders hebben zich van het begin af aan op het standpunt gesteld, dat het organiseeren van een bestendig festival moest worden overgelaten aan de burgerij. Een met dat doel opgericht Comité is door het gemeentebestuur nimmer geïnstalleerd en heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 549