29 NOVEMBER 1922. 559 De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente met het Diaconessenhuis een contract heeft loopen. De heer VAN ZWEDEN Dat was mij niet bekend. De algemeene beschouwingen hiermede geëindigd zijnde, wordt overgegaan tot artikelsgewijze behan deling van de ontwerp overeenkomst. Omtrent de artikelen 1 tot en met 3 worden geen opmerkingen gemaakt. Artikel 4. De heer HAALMAN vraagt of de commissie van beheer van het Gemeente-ziekenhuis thans accoord gaat met de in dit artikel vervatte regeling in zake het overleg. De VOORZITTER antwoordt, dat de commissie met vreugde zal hebben vernomen, dat deze kwestie thans in haar geest is opgelost. Het betrof hier inderdaad een punt, ten aanzien waarvan de gemeente haar zienswijze moest handhaven. De talrijke contracten van gelijken aard in andere gemeenten versterken trouwens de overtuiging, dat dezerzijds hier een rechtmatige en zeer redelijke eisch werd gesteld. Artikel 5. De heer FEBER kan zich evenals de commissie van beheer van het Gemeente-ziekenhuis, niet met den voorgestelden verpleegprijs, vereenigen. Spr. zegt, dat men na overleg in de commissie is gekomen tot een uitersten prijs van f 3.per dag en wijst er op, dat elk kwartje-prijsverschil per dag, jaarlijks duizenden beloopt. Het zijn nu geen tijden om boven de billijkheid uit te gaan. Spr. wil derhalve den verpleegprijs op f 3.handhaven. De heer LIJDSMAN vindt een prijs van f3.25 in vergelijking met dien in andere plaatsen volstrekt niet overdreven. Spr.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 559