13 FEBRUARI 1922. 55
minderd zijn, acht spr. thans het tijdstip gekomen om de
zware taak van den uurwerkmaker door middel van het aan
brengen van electrische beweegkracht te verlichten
De heer CLEMENT is het volkomen eens met den heer
L ij d s m a n. Spr. vraagt of tegelijkertijd wordt overgegaan
tot electrische verlichting van de wijzerplaten gedurende de
avonduren spr. vindt zulks zeer wenschelijk.
De heer CERUTTI wilde dezelfde vraag stellen als de heer
Clement. Spr. is er sterk voor om electrische beweeg
kracht aan te brengen. Hij apprecieert het, dat de heer
F e b e r wenscht te bezuinigen, doch spr. heeft het altijd
onredelijk gevonden, dat de stadsuurwerkmaker voor eigen
rekening een helper moest aanschaffen om het torenuurwerk
op te winden. Spr. is derhalve van meening, dat deze zaak
zoo spoedig mogelijk in orde moet komen.
De VOORZITTER zegt, dat het de bedoeling van den
heer F e b e r is om deze kwestie op te lossen, zonder dat
de gemeente-kas er mede wordt bezwaard, b.v. door het
salaris van den stadsuurwerkmaker te verminderen, omdat
diens taak door het aanbrengen van electrische beweegkracht
wordt verlicht. Er is wellicht iets voor te zeggen, het te
overwegen, wanneer men in aanmerking neemt, dat deze
zijn helper steeds zelf heeft betaald alleen gedurende de
laatste jaren heeft hij die hulp niet gehad.
Wat de electrische verlichting van de wijzerplaten bij avond
betreft, dit maakt bij het College nog een punt van over-
weging uit.
Ten slotte vraagt spr. of het voorstel van den heer
F e b e r, om de behandeling van dit punt aan te houden
tot een volgende vergadering, wordt ondersteund,
Zulks niet het geval zijnde, kan het voorstel van
den heer F e b e r geen punt van behandeling uit
maken.