II DECEMBER 1922. en zal zich niet langer tegen dat voorstel verzetten, hoewel hij er oorspronkelijk voor was om die winst te bestemmen voor extra afschrijvingen op het Electriciteitsbedrijf. Hij dringt er echffir met klem op aan, dat de winst over 1922 wel daarvoor zal worden benutde rentabiliteit van het bedrijf zal er veel mee winnen. De VOORZITTER zegt, dat het denkbeeld van den heer Haaiman te zijner tijd in beschouwing zal worden geno men. Voorts dankt spr. de commissie voor het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, overeen komstig de conclusie daarvan, gemelde rekeningen goed te keuren en vast te stellen. Daartoe wordt besloten. Door den heer CERUTTI wordt namens de commissie, belast met het onderzoek der rekening van den Armenraad over het jaar 1921, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft nagezien en accoord bevonden, weshalve zij voorstelt gemelde rekening goed te keuren. De VOORZITTER dankt de commissie voor het gehouden onderzoek en uitgebracht verslag en stelt voor, overeen komstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekening goed te keuren en vast te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot liqui datie en opheffing van de gemeentelijke Bank van Leening, luidende als volgt „Nadat het onze aandacht had getrokken, dat het tekort „op de exploitatie van de Bank van Leening jaarlijks in niet „geringe mate toenam, zoodanig, dat het over 1921 tot „ongeveer f8000,was gestegen, noodigden wij de commissie „voor de Bank van Leening uit, ons wel van advies te willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 581