ii DECEMBER 1922.
591
het bankbedrijf al afgenomen en dat waren toch ook zorg
volle jaren met werkloosheid en steunregelingen. Reorganisatie
van het bedrijf is evenmin mogelijk een directeur van een
bedrijf kan men toch niet met f 2000,salarieeren. Wat
de uitvoering van de Pandhuiswet aangaat, deze heeft ons
nog weinig moeilijkheid en weinig vreugde gebaardaan
vragen om toelating van particuliere banken van leening
zijn hier, voor zoover mij bekend, niet ingekomen. Of zulks
in 't vervolg, tengevolge van het loslaten van een 5000-tal
panden, wel zal geschieden is moeilijk te zeggen. In Tilburg
waar alles voor de oprichting van een gemeentelijke Bank
van Leening was voorbereid, heeft men bij nader inzien van
het plan afgezien. Z. i. kan men dit bedrijf dan ook zonder
een traan in de oogen laten schieten.
De heer MOLL geeft nog in het kort een financieel over
zicht van den toestand der Bank sedert 1912 en merkt op,
dat, wanneer de motie-N e v e mocht worden aangenomen,
op de gemeentebegrooting voor 1923 een post zou moeten
worden gebracht om het bank tekort te dekken. Spr. is ervan
overtuigd, dat het nu eenmaal sukkelen zal blijven.
Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt, of de gebouwen, waarin,
het bedrijf gevestigd is, eigendom zijn van de Bank.
De heer MOLL antwoordt, dat de Bank zóó diep in de
put zit, dat de gebouwen er bij ingeteerd zijn.
De heer HAALMAN zegt te moeten zwichten voor de
overduidelijke argumenten, welke voor de opheffing worden
aangevoerd. Spr. hoopt evenwel, dat er nog een weg zal
worden gevonden om de Bank te doen voortbestaan, zij het
dan onder gemeentelijk toezicht.
De heer COHEN is van oordeel, dat de cijfers, waarmede
Wethouder Moll schermt, zullen verminderen wanneer men
tot inkrimping van het bedrijf overgaat.
De VOORZITTER zegt, dat deze factor wel degelijk door
de commissie met technische kennis onder de oogen is