ii DECEMBER 1922. 593 Tegen de heeren Haaiman, Oostvogels, Kluft, Van Dijk, Cerutti, Korteweg, Bogmans, Loo- mans, Lijdsman, Feber, Van Groenendael, Moll, Clement, Martens, Hornix en Schrauwen, Voor mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Van Zweden, Cohen en M e ij v i s. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop z. h. s. aangenomen. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op de motie-H a a 1 m a n en op de adressen van verschillende ver- eenigingen en exploitanten van amusements-bedrijven, be treffende wijziging van de verordening op de heffing eener belasting op openbare vermakelijkheden, luidende als volgt „Door Uwe vergadering werd om prae-advies in onze handen „gesteld een voorstel van den heer Haaiman tot wijziging „van de derde alinea van artikel 3 der verordening op de „heffing eener belasting op openbare vermakelijkheden, bene pens eenige adressen van vereenigingen en van houders „van publieke vermakelijkheden, waarin verzocht wordt de „belasting op de openbare vermakelijkheden terug te brengen „tot eene heffing van 10 „Onder wederoverlegging dezer stukken wenschen wij het „volgende op te merken. „Wij kunnen ons vereenigen met het voorstel van den „heer Haaiman, dat ten doel heeft tegemoet te komen „aan het bezwaar, dat bij openbare vermakelijkheden, waarbij „de toegangsprijs voor leden en niet-leden bepaald is op „een bedrag beneden f0.50, de leden meer belasting moeten „betalen dan de niet-leden der vereeniging. „Wij geven U daarom in overweging aan het slot van het „derde lid van artikel 3 der verordening op de heffing eener „belasting op openbare vermakelijkheden de punt te veran deren in een komma en aan deze alinea toe te voegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 593