594 ii DECEMBER 1922. „de woorden behalve, wanneer niet-leden toegang hebben „tegen betaling van minder dan 50 cent, in welk geval de „aan de leden af te geven toegangsbewijzen geacht worden „eenzelfde waarde per stuk te vertegenwoordigen. „Inwilliging van het verzoek der vereenigingen en van de „houders van openbare vermakelijkheden om het percentage „der heffing tot 10% terug te voeren, meenen wij echter „thans U ten sterkste te moeten ontraden. „In verschillende andere gemeenten wordt eenzelfde of „nog hooger percentage geheven dan hier ter plaatse het „geval is. Zooals U verder bekend zal zijn werd dezer dagen „ook door het College van Burgemeester en Wethouders „van 's Gravenhage eene afwijzende houding aangenomen „tegenover een adres van belanghebbenden, houdende het „verzoek om tot verlaging over te gaan van de heffing van „25 °/o op bioscopen en 20% °P de andere openbare verma- „kelijkheden, daar het College voor verlaging geen termen „aanwezig achtte. „Ook naar onze meening is het te dezer plaatse geheven „percentage niet onredelijk te noemen. „Het betreft hier een zuivere weeldebelasting, welke een „ieder, die openbare vermakelijkheden bezoekt, zich geheel „vrijwillig oplegt. „Voorts blijken bij een nadere beschouwing de in het „algemeen in de adressen aangevoerde motieven eensdeels „niet steekhoudend en anderdeels in niet geringe mate „overdreven. „Zoo lezen wij in het adres d.d. 15 April j1dat de onder- teekenende vereenigingen in haar bestaan gedeeltelijk bedreigd „althans in hare ontwikkeling en ruimte belemmerd worden „door de drukkende belasting op de openbare vermakelijk heden, welke voor iedere tooneel-uitvoering of anderszins „belangrijke offers van de vereenigingskas vergt. „Hieruit zou afgeleid kunnen worden, dat deze vereeni- „gingen de belasting niet op hare leden verhalen. Deze „financieele last, welke de vereenigingen zich in dit geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 594