596
tx DECEMBER 1922.
,,dan het bedrag, dat in 1920 onder de oude heffing van
„5% in de gemeentekas vloeide. De uitkomsten verkregen uit
„het onderzoek over de eerste 10 maanden van dit jaar wet-
„tigen onze overtuiging, dat op het einde dezes jaars beduidend
„meer dan vier maal het bedrag van 1920 zal zijn ingekomen.
„Op grond van deze gegevens meenen wij in ieder geval te
„mogen concludeeren, dat het bezoek althans aan deze
„instellingen van publieke vermakelijkheden eer vermeerderd
„dan verminderd is. Iets anders is of door de plaats gegrepen
„hebbende vermeerdering van het aantal bioscopen de
„uitkomsten voor elk bedrijf afzonderlijk minder gunstig is
„geworden. Het ligt echter niet op den weg der gemeente
„hiermede rekening te houden dit wel te doen zou een
„gevaarlijk precedent scheppen.
„Het bioscoop-theater Neuf werd bij ons onderzoek buiten
„beschouwing gelaten, omdat dit theater behalve voor bioscoop-
„uitvoeringen ook voor andere publieke vermakelijkheden
„wordt gebruikt.
„Voorts hebben alleen de bioscopen een punt van beschou-
„wing uitgemaakt, omdat deze inrichtingen een van de belang
rijkste belasting-objecten vormen en de vergelijking ten
„opzichte van de andere publieke vermakelijkheden door hare
„groote verscheidenheid niet wel mogelijk is.
„Ook het naast het elkander stellen van de totaal-opbrengsten
„van eenige jaren onder de oude en nieuwe verordening zou
„geen juist beeld geven, daar bij de thans van kracht zijnde
„verordening in artikel 3, lid 3, de heffing van belasting
„voor vrijbiljetten of toegangsbewijzen tegen verminderden
„prijs, welke voor leden van vereenigingen bestemd zijn, in
„vergelijk met de voorheen bestaande bepaling zeer verlaagd is.
„Resumeerende hebben wij derhalve de eer U voor te
„stellen
i°. „het derde lid van artikel 3 der verordening op de
„heffing eener belasting op openbare vermakelijkheden
„te wijzigen als hierboven werd aangegeven
2°. „afwijzend te beschikken op de verschillende hierbij
