6oo ii DECEMBER 1922. De heer OOSTVOGELS zegt, dat deze belasting niet alleen drukt op de bioscopen, maar ook op de café's, welke elke week 6 a 7 gulden belasting moeten opbrengen. Ook vertelt spr. van een liefdadigheidsuitvoering ten bate eener weduwe, van welker opbrengst de gemeente nog 40 be lasting moest hebben. De bioscopen brengen een schat van geld in de gemeentekas en bij verlaging der belasting zal volgens spr. die som nog vermeerderen. De gemeente is als het ware de impressario van de bioscopen zij gaat met de winst strijken. De VOORZITTER merkt op, dat men niet uit het oog moet verliezen, dat de belasting op de openbare vermake lijkheden een van de geenszins onbelangrijke dekkingsmid delen van de gemeentebegrooting is. De heer CERUTTI zal geen voorstel doen tot verlaging der vermakelijkheids-belasting. Spr. wil geen reactie voeren tegen een eenmaal genomen raadsbesluit. Het gaat er niet om of het de bioscopen goed of slecht gaat; de ingezetenen betalen te veel belasting. Spr. blijft opkomen tegen de heffing van 40% op vermakelijkheden, welke tot na middernacht voortduren, want het is onbillijk, dat een bezoeker, die om 10 uur 's avonds weggaat, evenveel moet betalen als iemand, die tot na middernacht blijft. Zonder verdere bedenkingen wordt besloten art. 3 der heffingsverordening overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders te wijzigen. Daarop komt in stemming het voorstel van Burge meester en Wethouders, om afwijzend te beschikken op de diverse adressen ter zake, hetwelk wordt aan genomen met 19 tegen 1 stem. Voor: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Haai man, Kluft, Van Zweden, Cohen, Van Dijk, Cerutti, Me ij vis, Korteweg, Bogmans, Loomans,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 600