Ö02
ii DECEMBER 1922.
hetzelfde voorstel. Spr. komt er tegen op, dat men belasting
wil gaan heffen op den toevoer van licht en lucht in kelders.
De ingezetenen worden op die wijze „gemaszregelt". Spr. heeft
er reeds vroeger op gewezen, dat bij de Personeele belasting
de heffing op deuren en vensters uit een billijkheidsoogpunt
is ingetrokken en nu zou de gemeente weer iets dergelijks
gaan invoeren. Hij vraagt zich af, waar nu meer licht en lucht
noodig is dan in kelders. Spr. vindt het dan ook onbillijk,
daarop nog leges te heffen en stelt voor, de in art. 2 B onder
i°. tot en met 30. bedoelde rechten te laten vervallen. Voorts
wijst spr. op de inconsequentie van de voorgestelde heffing
op rioolaansluitingen. Een hutje in de Gampelstraat moet
evenveel belasting (f I.betalen als b.v. de Chassé-kazerne of
een huis met een huurwaarde van f3000,Waarom is al het
overige berekend naar de oppervlakte en is zulks ten opzichte
van riool-aansluitingen juist niet geschied? Spr. zou het College
derhalve willen uitnoodigen een anderen grondslag te nemen
voor de riool-belasting. Hetgeen men dan verliest door het
laten vervallen van in art. 2 B. onder i°. tot en met 30.
bedoelde rechten wint men terug aan riool-belasting.
De heer LIJDSM AN merkt op, dat de Chassé-kazerne meer
dan één riool-aansluiting heeft.
De heer CERUTTINu, dan een huis met twee boven
woningen.
De heer KORTEWEG sluit zich aan bij het betoog van
den heer Cerutti. Ook hij vindt de voorgestelde riool
belasting niet billijk.
De heer LOOMANS kan zich eveneens met het door den
heer Cerutti gesprokene vereenigen.
De heer HAALMAN zal het voorstel van den heer Cerutti,
om de in art. 2 B onder i". tot en met 30. bedoelde rechten
te laten vervallen, steunen. Spr. acht het niet wenschelijk