ii DECEMBER 1922.
605
De VOORZITTER geeft toe, dat wel de zaak doch niet
de teekening in de tramcommissie is besproken. Hij heeft
er dan ook geen bezwaar tegen zulks alsnog te doen en de
behandeling van dit punt tot een volgende vergadering aan
te houden.
De heer BOGMANS vraagt, wat men denkt te doen met
het tegenwoordig kantoortje van de controleurs.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit lokaaltje dienstbaar
is te maken als bergplaats. Voorts vraagt spr. den heer
Bog mans of deze bij zijn wensch blijft volharden om het
voorstel opnieuw in de tramcommissie te brengen.
De heer BOGMANS wil daarover eerst de meening van
de andere leden der tramcommissie hooren. Spr. zou van
het bewuste hokje.een schaftlokaal voor de arbeiders willen
maken. Tenslotte vraagt spr. zich af, waarvoor de controleurs
een kantoor noodig hebben.
De VOORZITTER constateert, dat dit voorstel eigenlijk
geheel in de lijn van den heer B o g m a n s is, daar hier
door het meergenoemde hokje ook voor schaftlokaal kan
vrijkomen.
De heer VAN ZWEDEN gaat accoord met de opvatting
van den heer Bog mans; het voorstel had eerst in de tram
commissie moeten komen.
De heer KORTEWEG acht aanhouding niet noodighet
plan is nog in de bouwcommissie goedgekeurd.
Alsnu wordt besloten de behandeling van dit punt
aan te houden tot een volgende vergadering,
15. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende de navolgende staten van oninbare
en nog te verhalen posten, betrekking hebbende op den
dienst 1921, als: