6o8
ii DECEMBER 1922.
Raad Heeren trekken jullie je besluit maar als 't u belieft
in, volgens mijn aanvankelijk oordeel is dit besluit in strijd
met het algemeen belang. Absoluut geen motiveering waarom,
geen argumenten die dat aantoonen. En dan een aanvankelijk
oordeel. Er schijnen dus meerdere oordeelen te bestaan en
het zou me heusch niet verwonderen als naderhand door
de Koninklijke beslissing bleek, dat het eindoordeel weer
anders is, net als bij Ged. Staten.
Mijne Heeren Mederaadsleden, men kan over het geval-
Kriens zelf denken hoe men wil, voorstander van het
besluit of tegenstander, met dit voorstel van Burgemeester
en Wethouders om na herhaalde beslissingen nu maar te
zeggen we trekken ons besluit in, dan gooien we het pres
tige van den Raad weg. Laten we de zaak, zooals het volgens
de Gemeentewet behoort, den loyalen weg laten bewandelen.
Als straks H. M. gesproken heeft en het raadsbesluit wordt
vernietigd, soit, dan is de zaak afgedaan. Ik ben er tegen
om langs den voorgestelden weg nu op eens een vroeger
besluit van ons te herroepen. Ter wille van het prestige van
den Raad dienen wij tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders te stemmen.
De heer HAALMAN wil eenige opmerkingen maken naar
aanleiding van hetgeen de heer H o r n i x heeft gezegd.
Deze is van meening, dat wij door intrekking van het besluit
het prestige van den Raad te grabbel zouden gooien. Spr.
gelooft, dat dit prestige er juist mede gebaat zal zijn, wanneer
wij het voorstel van Burgemeester en Wethouders aannemen,
terwijl men tevens onze goede bedoelingen zal waardeeren.
Spr. betreurt het, dat de meerderheid van den Raad, toen
het eenmaal vaststond, dat de heer Kriens een pensioen
zou genieten volgens de nieuwe Pensioenwet, haar standpunt
niet heeft verlaten men heeft den heer Kriens daarmee
geen dienst bewezen. Want, vooropstellende, dat het raads
besluit inderdaad zal worden vernietigd hetgeen spr.
vreest en de Raad besluit vandaag niet om den heer