6i4
ii DECEMBER 1922.
De heer VAN GROENENDAEL houdt de volgende rede
voering
Mijnheer de Voorzitter.
Met groote verwondering heb ik inzage van deze stukken
genomenik weet niet waarover ik mij het meest moet
verwonderen, de vrijheid waarmede de N.V. deze gelden
vraagt of de bereidwilligheid waarmede Burgemeester en
Wethouders adviseeren deze gelden toe te staan.
Wat toch is het geval
In 1919 werd een voorschot verleend van f 1.504.000
voor den bouw van 225 woningen de vereeniging begon te
bouwen, en nu drie jaren later komt men bij den
Raad, om nog 3 ton en Burgemeester en Wethouders
adviseeren om deze maar weer toe te staan, zonder dat wij
verder iets van de zaak weten.
Alleen weten we uit het rapport van den Adjunct-Directeur
van P. W., dat de Minister van Arbeid op 23 Februari 1920
heeft goedgekeurd de aanbesteding van 41 woningen type C
voor welk bedrag staat er niet bij.
Dan zijn op 24 Augustus van dit jaar 16 woningen aan
besteed voor f 85.987; verder in het rapport wordt hiervoor
opgegeven f 97.984,dus f 12.000,-— meer.
Deze cijfers zijn beide veel te hoog. De woningen worden
tegenwoordig het geheele land door niet hooger aanbesteed
dan tusschen 3 en 4000 gulden. Soms nog beneden f 3000,
(onlangs te Tilburgterwijl deze nog ruim f 6000,kosten,
wat abnormaal duur is.
Hoe komt dit
De oorzaken in het adres genoemd van deze meerdere
kosten zijn een zestal, welke niet alle even steekhoudend
zijn. Hoofdzakelijk wordt gewezen op het geregeld duurder
worden van de bouwmaterialen en arbeidsloonen.
Dit is maar gedeeltelijk waar, n.l. na het najaar 1920 zijn
de materialen geregeld in prijs gedaald en sinds 1921 zijn
de materialen beduidend gedaald, zoodat op 't oogenblik de