ii DECEMBER 1922.
621
„aan de Ceresstraat en een van het R.K. Parochiaal Armbe
stuur van de parochie der H. Barbara voor de school
„Leuvenaarstraat 28, om de gemeentelijke vergoeding, bedoeld
„in artikel 102 der L.O.-Wet 1920, ten behoeve van de
„onder genoemde besturen staande cursussen voor vervolg
onderwijs.
„Deze vergoeding wordt, overeenkomstig artikel 201 2e
„lid der L.O. Wet 1920 gevraagd voor den cursus die in
„1921 is aangevangen op 1 October. Aangezien volgens
„artikel 102 van genoemde wet de vergoeding wordt toege-
„kend over een bepaald dienstjaar en niet over een cursusjaar,
„betreft dezelve het tijdvak 1 October 1921 1 Januari 1922.
„De aanspraak op die vergoeding bestaat krachtens gemeld
„artikel 102 alleen dan, wanneer dat bijzonder vervolgonder-
„wijs voldoet aan de voorwaarden door de gemeente aan het
„openbaar vervolgonderwijs gesteld. Deze voorwaarden zijn
„neergelegd in de „Verordening tot regeling van het vervolg
onderwijs" (Gemeenteblad No. 339), waarvan een exemplaar
„hierbij gaat en dan blijkt, dat aan die voorwaarden niet
„voldaan wordt. Het openbaar vervolgonderwijs omvat de
„vakken a. lezen, b. Ned. taal, c. rekenen, d. aardrijkskunde,
„e. kennis der natuur en Fransch. Voor meisjes treedt in
„de plaats van kennis der natuur, nuttige handwerken. De
„cursus staande onder eerstgenoemd bestuur omvat slechts
„de vakken hiervoor genoemd sub b, c, e en f en het vak
„vaderlandsche geschiedenis, die onder laatstgenoemd bestuur
„de vakken a. tot en met e. Bovendien is de duur van laatst
genoemde cursus niet gelijk aan die der gemeente.
„Op deze gronden hebben wij de eer U voor te stellen
„afwijzend op vorengenoemde verzoeken te beschikken."
De heer VAN GROENENDAEL zegt, dat het prae-advies
niet van een breede opvatting van zaken getuigd. Spr. vindt
het erg dun, de bijdrage te weigeren, omdat slechts één
vak, waarin aan de openbare cursussen les wordt gegeven,
niet aan die scholen wordt onderwezen.
