622 ii DECEMBER 1922. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks niet is te wijten aan de prae adviseurs. Men moet zich in deze aan de wet telijke bepalingen onderwerpen. Zonder verdere opmerkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- handsche verhuring van een stukje gemeentegrond aan de Lange Stallenstraat aan F. van der Linden voor f 20, per jaar. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. Verslag. De heer VAN DIJK deelt, namens de commissie, belast met het onderzoek van de rekening en verantwoording van het Gemeentelijk Pensioenfonds over 1921, mede, dat zij die rekening heeft nagezien en accoord bevonden, weshalve zij adviseert genoemde rekening goed te keuren en vast te stellen. De VOORZITTER dankt de commissie voor het door haar verrichte onderzoek en uitgebracht rapport en geeft in overweging, overeenkomstig de conclusie daarvan te besluiten. Dienovereenkomstig wordt besloten. Rondvraag. 1. De heer HAALMAN zegt, dat de raadsleden eerst met St. Nicolaas bij wijze van surprise de memorie van toelichting op de begrooting voor 1923 hebben ontvangen. Spr. verklaart, zich niet in staat te achten om in 6 dagen tijd een behoor lijke studie van de zaak te maken en verzoekt daarom de afdeelingsvergadering minstens één week uit te stellen. De VOORZITTER antwoordt, dat verleden jaar die termijn zeker niet ruimer is geweest dan thans. En toch bleek toen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 622