23 DECEMBER 1922. Voorzitter de heer J. LIJDSMAN, wethouder, daarna de heer mr. dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De heer J. LIJDSMAN, oudste wethouder, opent de ver gadering en deelt mede, dat de Burgemeester verhinderd is op dit uur de vergadering bij te wonen, doch dat hij iets later zal komen. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het verhan delde in de vergaderingen van 29 November en 11 December j.l. nog niet zijn afgedrukt en aan de leden toegezonden en stelt mitsdien voor, de vaststelling daarvan tot eene volgende vergadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt besloten. De VOORZITTER deelt mede, dat bericht is ingekomen van den heer Haaiman, dat hij verhinderd is deze verga dering bij te wonen. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, d.d. 13 December 1922, Gn°. 51, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 27 October j.l., tot onderhandsche ver huring van een gedeelte der woning in de Ambachtsschool. 2. Circulaire van de Gedeputeerde Staten voornoemd, d.d. 6 December 1922, G n°. 369, houdende eenige algemeene voorschriften, in verband met eventueele bezuinigingen op de jaarwedden van Burgemeesters, Secretarissen, Ontvangers Wethouders en Ambtenaren van den Burgerlijken Stand en het presentiegeld van Raadsleden. 3. Proces-verbaal van de op 27 November j.l. gedane

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 631