642 23 DECEMBER 1922. De heer KORTEWEG meent, dat van een automobiel alleen gebruik behoeft te worden gemaakt bij noodslachtingen in de buitengemeenten. Spreker zou voor een jaar een proef willen nemen tot het huren van een auto en aan gegadigden prijsopgaaf vragen. De VOORZITTER vreest, dat de gemeente dan duurder uit zal zijn. De zaak is door den directeur nauwkeurig onder zocht. Niet alleen voor noodslachtingen, maar voor allerlei andere zaken zal hij zich herhaaldelijk moeten verplaatsen en van een auto moeten gebruik maken. Het huren van auto's is zeer duur. De heer HORNIX voelt wel iets voor het denkbeeld van den heer Korteweg om voorloopig bij wijze van proef een auto te huren en daarvoor prijsaanbiedingen te vragen. De VOORZITTER wijst er nogmaals op, dat het huren van een auto vermoedelijk meer zal kosten dan het aan schaffen en gebruik van een eigen auto. Spreker wil echter dit punt wel aanhouden om daaromtrent nog een nader onderzoek in te stellen. De heer VAN GROENENDAEL weet bij ondervinding, dat het houden van een eigen auto f 100,— per week kost. Daarom zou hij er voorloopig de voorkeur aan willen geven om een auto te huren. De VOORZITTER zegt, dat hem van andere personen, die een Ford-auto hebben, bekend is, dat zij heel wat goed- kooper uit zijn dan de heer van Groenendael aan geeft. Hierbij moet ook in aanmerking genomen worden, dat de chauffeursdiensten kunnen verricht worden door een knecht, die voor het bedrijf toch onmisbaar is. Intusschen zal deze zaak worden aangehouden. De heer CLEMENT vraagt, of nu toch met het maken der auto-garage wordt doorgewerkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 642