23 december 1922.
644
De VOORZITTER zegt, dat, naar aanleiding van de dis
cussies over deze zaak in de vorige vergadering, eene bijeen
komst heeft plaats gehad van de bouwcommissie, waarbij
ook de heeren van Groen endael en Ven k er tegen
woordig waren. Spreker veronderstelt, dat de zaak voldoende
is toegelicht, zoodat thans wel eene beslissing zal kunnen
genomen worden.
De heer VAN GROENENDAEL zou het op prijs stellen
alsnog kennis te kunnen nemen van het advies der bouw
commissie en geeft mitsdien in overweging de zaak tot eene
volgende vergadering aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe
kenning van een crediet voor den verbouw van de ambts
woning van den Directeur der beplantingen.
De heer LIJDSMAN licht het advies van de bouwcom
missie toe.
De heer KORTEWEG herinnert eraan, dat hij wel eene
verandering wenscht, voor zoover die noodzakelijk is. Daartoe
had spreker zelf een schema aan de hand gedaan, doch met
het tweede plan kan hij zich nu ook wel vereenigen.
De heer KLUFT is ook tegen het tweede plan, wijl dit
altijd nog f 3500,zal kosten. De inzet der verbouwing is
geweest het verkrijgen van een grooter kantoor en daarvoor
is het tweede plan nog veel te duur. Door den voorgevel
iets naar voren te brengen, kan in de behoefte aan een
ruimer kantoorgebouw worden voorzien. En dat behoeft niet
zooveel te kosten. Het eerste plan is reeds afgestemd, wijl
het veel te duur was. Nu wordt wel gezegd, dat de directeur
bereid is 6 k 7 van de verbouwingskosten te vergoeden,
doch daar gaat het hier niet om. Als een ambtenaar recht
heeft op vrije woning, moet hem die redelijker wijze verschaft